Deuteronomium 1:22

SVToen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.
WLCוַתִּקְרְב֣וּן אֵלַי֮ כֻּלְּכֶם֒ וַתֹּאמְר֗וּ נִשְׁלְחָ֤ה אֲנָשִׁים֙ לְפָנֵ֔ינוּ וְיַחְפְּרוּ־לָ֖נוּ אֶת־הָאָ֑רֶץ וְיָשִׁ֤בוּ אֹתָ֙נוּ֙ דָּבָ֔ר אֶת־הַדֶּ֙רֶךְ֙ אֲשֶׁ֣ר נַעֲלֶה־בָּ֔הּ וְאֵת֙ הֶֽעָרִ֔ים אֲשֶׁ֥ר נָבֹ֖א אֲלֵיהֶֽן׃
Trans.watiqərəḇûn ’ēlay kulləḵem watō’mərû nišələḥâ ’ănāšîm ləfānênû wəyaḥəpərû-lānû ’eṯ-hā’āreṣ wəyāšiḇû ’ōṯānû dāḇār ’eṯ-hadereḵə ’ăšer na‘ăleh-bāh wə’ēṯ he‘ārîm ’ăšer nāḇō’ ’ălêhen:

Algemeen

Zie ook: 1Q4, Aangezicht, Gelaat

Aantekeningen

Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

תִּקְרְב֣וּן

Toen naderdet gij

אֵלַי֮

-

כֻּלְּכֶם֒

-

וַ

-

תֹּאמְר֗וּ

allen tot mij, en zeidet

נִשְׁלְחָ֤ה

heenzenden

אֲנָשִׁים֙

-

לְ

-

פָנֵ֔ינוּ

voor ons aangezicht

וְ

-

יַחְפְּרוּ־

uitspeuren

לָ֖

-

נוּ

-

אֶת־

-

הָ

-

אָ֑רֶץ

die ons het land

וְ

-

יָשִׁ֤בוּ

wederbrengen

אֹתָ֙נוּ֙

-

דָּבָ֔ר

en ons bescheid

אֶת־

-

הַ

-

דֶּ֙רֶךְ֙

wat weg

אֲשֶׁ֣ר

-

נַעֲלֶה־

wij daarin optrekken zullen

בָּ֔הּ

-

וְ

-

אֵת֙

-

הֶֽ

-

עָרִ֔ים

en tot wat steden

אֲשֶׁ֥ר

-

נָבֹ֖א

wij komen zullen

אֲלֵיהֶֽן

-


Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en tot wat steden wij komen zullen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!